Op maandagochtend, tussen slok koffie en deadline, stelde een collega een simpele vraag: “Wanneer heb jij voor het laatst iets gewoon afgerond — zonder het helemaal tot in de puntjes perfect te willen maken?” Even bleef ik stil. Het idee dat “goed genoeg” soms beter werkt dan “perfect” kwam pas het afgelopen jaar beetje bij beetje in mijn hoofd. En de effecten? Daar komt het onverwachte: ze zijn niet alleen positief, soms zelfs… best bevrijdend.
De onzichtbare druk van ‘perfect’ — hoe herkenbaar is dat eigenlijk?
Nederlanders staan bekend om hun directheid en nuchterheid, maar perfectionisme is hier opvallend gewoon. In mijn vriendengroep — en eerlijk gezegd ook in het WhatsApp-ouderchatje van mijn dochter — zie ik het terug: alles strak georganiseerd, zorgvuldig voorbereid, altijd streven naar die tien met een griffel. maar ondertussen vergeten we, volgens mijn buurvrouw tenminste, dat je aan die perfecte presentatie of Instagram post niet per se gelukkiger wordt.
- We plannen tot op de minuut nauwkeurig: vergaderingen, sportafspraken, zelf de avondmaaltijd — alles staat in de Google Calendar.
- FOMO op het werk: als je niet nóg een extra rapport oplevert of even die mail eruit knalt, heb je niet je best gedaan.
- “Even snel” betekent hier stiekem toch vaak nog minstens een uur schaven.
Herkenbaar? M’n moeder zou zeggen: “Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.” Maar misschien heeft ze wel een punt…
Wat gebeurt er als je loslaat?
Ik besloot — maanden geleden al — om het eens te proberen: minder streven naar perfectie, vaker genoegen nemen met ‘goed is goed genoeg’. Eerst was ik er een beetje zenuwachtig over. Gaat mijn werk niet lijden? Zien mensen het als slordigheid? Opmerkelijk genoeg gebeurde het tegenovergestelde.
— Deadlines werden minder stressvol
— Creativiteit kwam eigenlijk ineens los
— Het team op kantoor was zelfs meer geneigd om te gaan samenwerken (want: niks is meer van jou alleen, fouten zijn collectief)
Het mooiste? Ik had meer energie over voor vrienden, sport, of gewoon een uurtje verdwalen op de fiets — typisch Amsterdam Noord, tussen de weilanden, waar niemand zich druk maakt over of je route precies klopt. Het klinkt misschien te makkelijk, maar dat ‘loslaten’ werd een onverwachte boost voor m’n humeur. hoewel het bij sommige projecten wel even zoeken blijft naar de grens tussen ‘kwaliteit’ en ‘controle loslaten’ — er zijn dingen die juist wél secuur moeten, zoals belastingaangifte invullen (vraag dat maar aan je boekhouder).
Vier inzichten als je perfectionisme radiostilte geeft
- De wereld vergaat niet als je een typefout maakt in een mail naar je team — meestal merkt niemand het zelfs op.
- Ideeën delen voordat ze kant-en-klaar zijn, levert verrassend vaak betere uitkomsten op (in ons kantoor noemen we dat “samen rommelen”).
- Grenzen stellen zorgt voor minder stress en… minder overuren.
- Je relaties knappen ervan op (mijn eigen partner zei laatst: “Je bent relaxter sinds je niet alles meer zo strak probeert te plannen!” — misschien een toeval…)
Oja, en misschien nog het beste: je ziet dat anderen óók niet perfect zijn. Op kantoor, in de supermarkt, zelfs bij ‘s lands bekendste talkshows gaat er soms iets mis. En daar moeten we misschien gewoon vaker om lachen.
Kleine experimenten om vandaag al te proberen
- Lever die presentatie in waarvoor je normaal nóg drie keer zou checken: kijk wat het oplevert.
- Durf eens ‘nee’ te zeggen tegen een extra taak, zelfs als dat spannend voelt.
- Laat die planning voor één middag los: fiets een onbekende kant op — gewoon, om te zien waar je uitkomt.
- Vergelijk jezelf niet met collega’s, buren, LinkedIn-helden—misschien zijn zij net zo goed zoekende.
Het mooie is: je hoeft niet van de ene op de andere dag alles om te gooien. begin klein en ontdek. misschien blijkt het minder perfect precies genoeg voor jou. Hieronder, in de comments, deel gerust jouw ervaringen — misschien haalt iemand er inspiratie uit.
Kortom, perfectionisme loslaten gaat in stapjes. vandaag eentje, morgen misschien twee. De wereld draait in elk geval vrolijk door, hoe dan ook…