U denkt misschien niet zo na over uw woordkeuze tijdens een gesprek. Maar wist u dat sommige woorden — hoe onschuldig ze ook lijken — elk gesprek kunnen saboteren? Volgens een expert uit Amsterdam, die ik toevallig vorige maand ontmoette bij een netwerkborrel, maken bepaalde uitdrukkingen het haast onmogelijk om écht contact te houden. Waarom? Soms draait alles om nuance — en net daarop gaan we vaak de mist in.
Waarom bepaalde woorden als dynamiet werken in communicatie
Er zijn van die woorden, zinnen eigenlijk, die — zodra ze uitgesproken zijn — de sfeer verpesten. Mijn collega van kantoor in Rotterdam zegt dan altijd: “Het lijkt wel of iemand het licht uitdoet.” En ergens heeft hij gelijk. Woorden brengen emoties, zetten muren op en laten misverstanden groeien.
Vroeger dacht ik dat het vooral ging om wat je zegt. Maar na een aantal stevige vergaderingen (en net zo veel ongemakkelijke stiltes) besef ik: het zit ’m juist in die details — soms valt een gesprek gewoon dood na één ongelukkig gekozen opmerking. Of dat nu tijdens een vrijdagmiddagborrel gebeurt, of thuis met familie. herkenbaar?
Top 5 woorden die ieder gesprek killen
- “Maar” — U zegt iets positiefs, gevolgd door “maar”… Daarna herinnert niemand zich het compliment, alleen de kritiek (zelfs mijn moeder wijst mij daar nog steeds op).
- “Altijd”/“nooit” — Met deze woorden zet u de ander vast: “Jij komt altijd te laat” — er is geen ontsnappen aan. Irriteert iedereen, geloof me.
- “Moeten” — Niemand hoort graag dat er iets moet. “Je moet meer initiatief tonen.” Nou, daar krijg ik al meteen kortsluiting van.
- “Snap je?” — Klinkt alsof u twijfelt aan het begrip van de ander — in een gesprek kan dit flink neerbuigend overkomen.
- “Sorry, maar…” — Een excuus dat direct wordt gerelativeerd is eigenlijk geen excuus. Toen ik dit bij een goede vriend deed, viel het gesprek dood. Achteraf pijnlijk om terug te denken.
Hoe herkent u deze ‘gespreksterminators’?
Het verraderlijke: vaak gebruikt u ze zonder na te denken. Pas wanneer iemand mokkend naar de wc vertrekt, of plotseling heel stil wordt, merkt u dat het vreemd loopt. Bij ons op kantoor vragen we tegenwoordig zelfs in de lunchpauze: “Welke woorden wil jij vandaag vermijden?” — alleen al daardoor is de sfeer lichter.
De beste tip die ik recent hoorde (in het radioprogramma Spraakmakers, NPO Radio 1): Vervang het woord “maar” eens door “en”. Klinkt simpel — werkt verrassend goed. Probeer bijvoorbeeld: “Ik vind je idee sterk en ik denk dat…” U zal zien, het stuurt het gesprek écht een andere kant op — positiever bijna automatisch (alhoewel het bij iedereen anders werkt… misschien was het toeval dat het bij mij direct effect had).
Praktische tips: zo overleeft uw gesprek
- Let op uw automatische piloot — Neem soms een korte pauze voordat u iets zegt. Bij mij helpt het als ik in gedachten tot drie tel.
- Herformuleer lastige zinnen — In plaats van “Je moet vroeger komen”, zeg “Het zou fijn zijn als je er wat eerder bent.” Klinkt zachter, komt beter aan.
- Vraag open door — Bijvoorbeeld: “Hoe zie jij dat?” in plaats van “Snap je?” of “Begrijp je het wel?”
Oh, en wees niet te streng voor uzelf — iedereen trapt er wel eens in. Sterker nog: op onze maandelijkse team-borrel speelt iemand soms zelfs “Bingo Kille Woorden”. Wie het vaakst ‘maar’ zegt, trakteert. Maakt het luchtig, maar zet je wél aan het denken.
Tot slot: meer dan alleen woorden
De woorden die u kiest, zijn eigenlijk slechts het begin. Misschien werkt het bij u anders dan bij mij — afhankelijk van werk, vriendenkring, of gewoon waar u vandaan komt. Toch ben ik er inmiddels van overtuigd: als u zich bewuster bent van deze ‘gesprekken-killers’, wordt elk gesprek waardevoller. En soms? Soms blijft er toch weer iets hangen dat niemand verwachtte…
Welke woorden stoort u echt in een gesprek? Deel uw ervaringen hieronder of stuur deze tips eens door naar die ene collega die altijd het gesprek afbreekt (we hebben er allemaal zo één). In ieder geval: veel succes bij het ontwijken van de valkuilen — u merkt morgen vast al verschil. Of misschien volgende week pas. In ieder geval… u snapt het wel!