Stel je eens voor: geen volle plankjes meer met sauzen, dressings en potjes. Gewoon dat ene flesje, naast je zout en je favoriete theedoek. Onwerkelijk? Misschien. Maar steeds meer Nederlanders stappen over op de minimalistische keuken, en ik — eerlijk gezegd — snap het wel.
Onlangs at ik bij een vriend uit Utrecht. Zijn aanrecht was opvallend leeg, alleen een mooie fles olie stond pontificaal in het zicht. “Alles wat ik nodig heb,” zei hij nonchalant, terwijl hij zijn pasta afgoot. Die nuchterheid inspireerde me — en toen begon het experiment.
Waarom zoveel flessen?
We kennen het allemaal. Er zijn van die flessen in de koelkast die je vorige winter hebt gekocht voor één bepaald gerecht — en sindsdien nooit meer hebt aangeraakt. Sriracha voor in ramen (omdat dat even hip was), een ‘authentieke’ vissaus uit de toko op de Javastraat, en een peperdure truffelolie waar je inmiddels spijt van hebt. Mijn moeder zegt altijd: “Alles wat je niet binnen een maand gebruikt, wordt vanzelf over datum.” Ze blijkt vaak gelijk te hebben.
Het minimalistische alternatief: één hoofdingrediënt
Dus ja, kan één fles écht alles vervangen? Het hangt er natuurlijk vanaf wat je kookt. Veel Nederlanders — ik dus ook — kiezen tegenwoordig voor een topkwaliteit olijfolie. Daarmee rooster je groenten, bak je een ei, maak je vinaigrette voor over eenvoudige salade. (Je voelt je trouwens direct een beetje Toscaans.) In ons buurt-appje besprak iemand zelfs dat je met goede olie én een beetje creativiteit 80 procent van de dagelijkse smaakboost regelt.
Toegegeven, de overstap kost tijd. De eerste weken miste ik m’n knoflooksaus en zelfs een ordinaire ketjap. Maar na een maand… tja, ik wennen eraan. Minder keuze geeft rust in mijn hoofd en — grappig genoeg — meer ruimte om nieuwe smaken te proeven. Je kijkt ineens anders naar citroensap, verse kruiden of zelfs gewoon zout.
Feiten en fabels
- Feit: Minder flessen betekent minder voedselverspilling. Restjes blijven liggen en verliezen smaak — dat is zonde.
- Fabel: Eén ingrediënt is saai. Geloof het of niet, variatie zit juist in de eenvoud.
- Feit: Het spaart geld op de langere termijn, vooral als je investeert in een paar echt goede basisproducten.
Praktische tips: zo begin je
- Kies één hoogwaardige fles (meestal olie, maar azijn of sojasaus kan ook — ligt aan je stijl).
- Ruim je kast uit. Geef oude sauzen aan de voedselbank of vriend(in) met een groot gezin. Gooi de rest weg, want, tja… die zijn toch niet meer lekker.
- Werk met verse smaakmakers: kruiden, citroen, knoflook. Op de markt in Rotterdam bijvoorbeeld vind je altijd iets nieuws.
- Probeer recepten te ‘downscalen’. Pannenkoeken? Een snufje zout en die olie zijn vaak genoeg.
Mijn buurman uit de Jordaan zegt: “Voordat je het weet, ben je verslaafd aan eenvoud.” Misschien is dat zo. Ik heb in elk geval meer ruimte — letterlijk én figuurlijk — sinds ik minder flessen heb staan. Hoewel, soms verlang ik naar m’n chilisaus… maar dat is weer een ander verhaal.
Laat je inspireren (of niet…)
Minimalisme is geen wedstrijd. Het is gewoon anders denken over wat je nú werkelijk gebruikt. Voor sommige mensen werkt het, voor anderen is het te rigide. Mijn ervaring? Proberen kan geen kwaad. Wie weet gooi je alleen al door één fles te kiezen je hele kookroutine om.
En als je twijfelt: vraag je in elk geval de volgende keer bij het boodschappen doen af — heb ik deze fles echt nodig, of is die al vervangbaar door de ene die thuis staat?
In ieder geval: ik ben benieuwd naar jullie ervaringen of tips. Deel ze gerust hieronder — of gewoon tijdens een koffie op het terras bij de HEMA. In ieder geval veel kookplezier, hoe vol of leeg je kast ook is…