Nieuwe President van Bosnië en Herzegovina: Karan geliefd, Blanusa wint in stemming

Resultaten van de presidentsverkiezingen in Republika Srpska

Volgens voorlopige gegevens van de verkiezingsautoriteiten heeft Sinisa Karan, een nauwe bondgenoot van de voormalige leider van de Servische Republiek, Milorad Dodik, de ontijdige presidentsverkiezingen in het gebied gewonnen. Karan behaalde 50,89 procent van de stemmen, terwijl zijn belangrijkste rivaal, Branko Blanusa, 47,81 procent kreeg.

Deze uitslag is gebaseerd op 92,87 procent van de getelde stemmen en bevestigt dat 35,78 procent van de circa 1,2 miljoen kiesgerechtigde stemgerechtigden zijn gaan stemmen. Het presidentschap zal minder dan een jaar duren, omdat er volgend oktober een algemene verkiezing gepland staat.

Reacties en uitspraken over de verkiezingsuitslag

Op het partijhoofdkwartier van SNSD in Banja Luka, de hoofdstad van de Bosnisch-Servische entiteit Republika Srpska, noemde Dodik de overwinning van Karan “onbetwistbaar”.

Karan, die momenteel minister is in de Serbische Republiek voor wetenschappelijke en technologische ontwikkeling, beloofde de beleidslijn van Dodik voort te zetten “met nog grotere kracht”.

Hij voegde hieraan toe: “Zoals altijd, wanneer de tijden moeilijk waren, heeft het Servische volk gewonnen.”

Controverse en protesten

De Serbische Democratische Partij (SDS), vertegenwoordigd door Blanusa, heeft aangekondigd de verkiezing te willen herhalen bij drie stemlokalen, vanwege vermeende grootschalige onregelmatigheden tijdens de stemming.

De verkiezing werd uitgeschreven om Dodik te vervangen nadat hij zijn ambt was ontnomen en hij voor zes jaar uit de politiek was gezet.

Achtergrond van de verkiezingen en controverse rondom Dodik

In augustus werd Dodik uit zijn functie ontheven nadat een Bosnische rechtbank hem had veroordeeld omdat hij de orders van de Hoge Vertegenwoordiger van Bosnië, Christian Schmidt, had genegeerd. Schmidt houdt toezicht op de implementatie van het Dayton-akkoord uit 1995, dat een einde maakte aan het gewelddadige Bosnische conflict dat van 1992 tot 1995 meer dan 100.000 levens kostte en miljoenen mensen dakloos maakte.

Dodik zelf bleef herhaaldelijk in conflict met Schmidt, die hij beschouwde als illegaal in Republika Srpska, dat door Bosnisch-Servische volk werd gecontroleerd. Terwijl Bosniakken, voornamelijk moslims, en Kroaten samen het andere deel van het land besturen via een centrale overheid, pleit Dodik voor de mogelijke afscheiding van Republika Srpska.

De belangrijkste steunbetuiging kwam van Dodik zelf, die een boete betaalde om gevangenisstraf te vermijden en tijdelijk afstand deed van het presidentschap, terwijl hij leiding bleef geven aan zijn partij SNSD.

Politieke doelstellingen en toekomstperspectieven

Voorafgaand aan de verkiezingen verklaarde Karan dat democratische verkiezingen “een manier zijn om onze vrede en stabiliteit te versterken”. Hij benadrukte het belang van het versterken van de instellingen van Republika Srpska en de volledige republiek.

Dodik bleef echter geloven dat hij in de toekomst de scheiding van Republika Srpska van Bosnië zou kunnen realiseren. Tijdens de campagne stelde hij dat hij “bij jullie blijf om te vechten voor onze politieke doelen”, terwijl Karan’s overwinning volgens Dodik “ook mijn overwinning” zou zijn.

Gebouwd op een politiek systeem dat 30 jaar geleden werd opgericht onder begeleiding van de Verenigde Staten, eindigde het Dayton-akkoord uit 1995 een lang en bloedig etnisch conflict dat meer dan 100.000 levens kostte en grote delen van de bevolking dakloos maakte. De oorlog begon nadat Bosnië zich onafhankelijk verklaarde van Joegoslavië en de Bosnische Serviërs hun wapens opnamen met het doel een eigen territorium te vormen, en zich mogelijk aan te sluiten bij buurland Servië.