Wist je dat ruim 60% van de Nederlanders ooit halverwege opgeeft met goede voornemens? De mythe dat “21 dagen iets volhouden” je leven verandert gaat al jaren rond — in sportscholen, bij de koffieautomaat en zelfs in mijn eigen vriendengroep. Maar werkt het echt zo? Op een regenachtige ochtend in Rotterdam besloot ik het te testen.
Waarom precies 21 dagen?
Het getal 21 lijkt magisch — komt het uit een boek, een studie of gewoon uit de lucht vallen? Volgens mijn buurvrouw, die altijd strakker in haar routines zit dan ik, komt het uit een Amerikaans zelfhulpboek uit de jaren ‘60. Maar écht wetenschappelijke onderbouwing? Die is er amper. Recent onderzoek van University College London suggereert juist dat het gemiddeld 66 dagen duurt om een gewoonte aan te leren. Toch blijft 21 dagen hangen omdat het behapbaar klinkt.
Wat gebeurt er met je brein (en humeur)?
Na dag 7 van mijn eigen test was ik vooral moe. Je hersenen houden niet van verandering — ze zijn gewend aan hun vaste paden. Dag 10 merkte ik iets bijzonders: m’n hoofd klaarde op en kleine keuzes (‘waar laat ik m’n sleutels?’) werden automatisch. Veel mensen herkennen dat: in ons Slack-kantoor kanaal deelt bijna wekelijks iemand zo’n moment van automatische piloot.
Volgens neurowetenschappers (bron: De Volkskrant, februari 2024) versterken herhaalde acties de verbindingen tussen hersencellen — net als een fietspad dat steeds gladder wordt naarmate je ‘m vaker gebruikt. Na drie weken kan zo’n nieuw ‘pad’ er al liggen, maar het blijft fragiel.
De voordelen (waarvan sommige pas later komen)
- Automatisering: Steeds minder denken, gewoon doen. Eerste dagen zijn zwaar, daarna wordt het routine.
- Zelfvertrouwen: Dat moment dat je denkt “hé, ik héb dit gedaan”.
- Rust in je hoofd: Minder twijfel, minder excuses.
- Minder FOMO: Je moet iets laten om een nieuwe routine op te bouwen.
Maar… wat werkt níet? (en waar let je op in Nederland?)
Op dag 15 kwam de klad erin. Op een verjaardag in Utrecht vergat ik mijn blessure-preventie oefeningen. Een dag overgeslagen — meteen dacht ik “alles voor niks”. Zo’n foutje blijkt heel normaal. Volgens psychologen werkt het beter om “te doen wat je wél kunt”. Flexibiliteit dus, vooral als je zoals ik vaak onderweg bent met de trein.
En, eerlijk is eerlijk, niet iedere routine is het waard om 21 dagen aan vast te houden. Sommige dingen passen simpelweg niet bij je leven. Mijn collega uit Breda probeerde zo een week om 5:00 op te staan — gefaald. Niet erg, gewoon proberen wat realistisch is.
Tips voor wie zelf 21 dagen wil proberen
- Kleine stappen. Begin niet met alles tegelijk — één specifieke actie is al genoeg. Bijvoorbeeld elke ochtend havermout eten of vijf minuten buiten wandelen.
- Visueel maken: kruis op een kalender, of een Post-It op je koelkast van Albert Heijn.
- Deel je doel. In je appgroep, met collega’s of zelfs met de kassière van jouw Marqt — werkt verrassend goed.
- Sta open voor falen. Mij hielp het om te denken: “één foutje betekent niet alles verpest”.
Dus: een wondermiddel of gewoon praktisch?
Na 21 dagen hardlopen, mediteren én minder suiker (oké, dat laatste ging niet altijd goed) kan ik zeggen: een routine helpt wél, maar het is geen magische knop. Iedereen om mij heen pakt routines anders op — vrijdag sprak ik zelfs iemand bij de kapper die zweert bij een maand zonder telefoon na 21:00. Voor mij werkte ‘t alleen als het paste in mijn leven en agenda. Misschien had ik gewoon geluk met een fijne timing en weinig regen…
In het kort: probeer het, kijk of het past. En als je na twee weken afhaakt? Dan heb je in elk geval geprobeerd. Laat in de reacties weten: welke routine zou jij 21 dagen willen volhouden? Misschien inspireert het iemand — of je buren 🙂
