Iedereen weet het eigenlijk wel: sparen is handig, maar wie heeft er nou echt zin in wéér zo’n nieuwe app? Of een spaarsysteem waar je je halve administratie voor moet verbouwen? Volgens het Nibud spaart minder dan de helft van de Nederlanders structureel—en eerlijk, dat verbaast me niks. Op kantoor hoor ik elke maand: “Ja, gáán sparen, binnenkort dan.” Maar hoe dan?

Het goede nieuws: het kan simpeler dan je denkt. Je hoeft geen financieel wonderkind te zijn en zeker geen uren per week kwijt te raken. Met een beetje willekeur, een paar clevere trucjes, en misschien een tip van je buurman, vul je je rekening moeiteloos. Hieronder alles wat ik in de afgelopen maanden heb getest of tegenkwam op verjaardagen—plus een paar klassieke Rotterdamse nuchterheden.

1. Automatiseer het spaargeld—de luie manier

Automatische overboekingen. Klinkt saai, werkt als een trein. Stel elke maand éen vast bedrag in dat direct nadat je salaris binnenkomt, naar je spaarrekening gaat. En nee, dat hoeft echt geen honderd euro te zijn. Mijn collega uit Utrecht doet bijvoorbeeld gewoon €25 per maand—”Zonder dat m’n brein het opmerkt”, zegt hij altijd. Het mag ook €5 of zelfs minder. Het helpt — gek genoeg — al met discipline, zonder dat je jezelf lastigvalt.

2. Rond bedragen af en hou het overgebleven kleingeld

Dit is een tip die ik van m’n moeder heb gehad (en ja, moeders hebben meestal gelijk). Elke keer als ik iets betaal—online of offline—rond ik het bedrag af naar boven en zet het verschil opzij. Betaal je €2,60 voor koffie? Ronde het af naar €3, en die 40 cent gaat “in de spaarpot”. Sommige banken zoals ING en bunq bieden een automatische afrondfunctie. Voor wie ’t liever zelf bijhoudt: een app is lekker, maar een Excelletje of zelfs een ouderwetse pot werkt ook.

3. Spaar het onverwachte geld

Onverwachts iets extra’s, zoals vakantiegeld, verjaardagsgeld of belastingteruggave? Spreek met jezelf af om (een deel van) dat bedrag direct opzij te zetten. Mijn buurvrouw uit Haarlem doet 80% van elk “bonus”-bedrag direct op een aparte rekening. “Als ik het nooit in mijn gewone saldo zie, mis ik het ook niet”, zei ze. Eigenlijk best logisch—maar ik vergeet het dus zelf nog te vaak.

4. Check je abonnementen ieder kwartaal

Meestal sluipen er ongemerkt abonnementen in: sport, streaming, tijdschriften waar je toch nooit naar kijkt. Een effectieve praktijk — afgelopen maart nog gedaan — is om ieder kwartaal je automatische afschrijvingen door te nemen. Ontdekt: drie services die ik totaal niet miste, samen bijna €30 per maand(!). Direct opgezegd en dat bedrag sindsdien naar de spaarrekening—voelt als gratis geld.

5. Maak sparen sociaal (of juist niet)

In ons vriendengroepje in Delft hebben we eens een spaarchallenge gedaan: wie spaart het meest in drie maanden? Halverwege hielden de meesten het niet vol trouwens—maar de eerste weken was het wél motiverend. Of, als je meer van rust houdt: je spaargeld helemaal privé houden kan juist zorgen dat je niet uit enthousiasme ineens alles uitgeeft aan etentjes.

6. Kleine keuzes maken stiekem het verschil

Eerlijk, dit klinkt cliché, maar een week geen afhaal of een keertje fietsend in plaats van met de trein scheelt echt. Laatst rekende ik uit—na een maand geen koffie buiten de deur was dat €24,30 bespaard. Niet wereldschokkend, maar over een jaar? Meer dan €280 gewoon door koffie uit de thermoskan te drinken. Of dat leuk is? Meh, soms wel, soms niet. Maar het werkt dus wel.

Dus, hoe nu verder?

Het moraal van het verhaal: sparen hoeft niet spartaans of hypertechnologisch te zijn. Begin klein, wees een beetje creatief, en pas je plan gerust aan als iets niet werkt. Het gaat uiteindelijk om wat voor jou past in je leven—en misschien, heel misschien, raak je er zelfs een beetje aan gewend. In elk geval benieuwd wat jullie tips zijn—misschien loop ik wel wat mis? Laat het weten in de reacties!