Wist je dat je elke dag uren bespaart als je nog geen twee minuten investeert vlak na het opstaan? Het klinkt als zo’n trucje dat alleen in zelfhulpboeken werkt, maar ik test het nu een paar maanden — tot mijn eigen verbazing, het werkt. Geloof het of niet, mijn woonkamer lijkt niet meer op een rommelmarkt aan het einde van Koningsdag. hoe dan?
Waarom precies twee minuten?
Kijk, ik ben geen fan van to-dolijstjes van 20 punten — daarvoor woon ik niet in Amsterdam, ben ik geen superproductieve influencer, en trouwens: die lijstjes liggen hier toch overal verspreid. Maar ergens in februari, in een groepschat van oud-collega’s, kwam deze simpele tip voorbij: maak ’s ochtends een klein rondje door je huis. Dus niet grondig stofzuigen, maar gewoon, vijf dingetjes opruimen.
Twee minuten — dat blijkt het magische minimum. Kort genoeg om geen smoes te bedenken, lang genoeg om de koffiebeker, opladers, en de jas van gisteren op te ruimen. Herkenbaar?
Hoe gaat dat dan in de praktijk?
Iedereen kent het: je wordt wakker, schuifelt naar de keuken, en begint de dag in een huis dat alweer lijkt op de fietsenstalling bij Rotterdam Centraal — overal spullen. Je denkt: straks, na werk, pak ik dit aan. Maar als het 18:30 is, heb je alsnog geen zin, en eindig je toch met de zoveelste aflevering van “De Slimste Mens” tussen vieze kopjes.
- Gooi de vaat meteen in de vaatwasser of (voor de arme student: spoel het direct af)
- Leg de kussens recht, vouw de plaid op
- Hang je jas op, schoenen netjes bij elkaar
- Check de salontafel — tijdschriften of lege mokken? Meteen weg ermee
- Eén snel doekje over het aanrecht (liefst voor de koffie… hoewel ik dat zelden red)
Het fijne: na twee minuten is het écht klaar. Je hoeft niet te wachten tot het “perfect” is. In mijn geval betekent dat: geen kruimels aan mijn sokken bij het ontbijt — kleine winst, groot verschil.
Wat levert die ochtendminuut nu écht op?
Toen ik dit de eerste week probeerde, geloofde ik niet dat het verschil zou maken. maar op dag drie viel het op: als ik ’s avonds thuiskwam, hoefde ik geen opruim-marathon te houden. Mijn huis voelde een stuk minder chaos, zelfs al lag er hier en daar nog wat.
Collega vertelde laatst dat ze zelfs haar ochtendhumeur ermee temt. Dat klinkt overdreven, maar misschien werkt het wél als je drie kinderen en een labrador hebt. Voor mij levert het op: meer hoofdruimte, minder uitstelgedrag, en — eerlijk is eerlijk — minder ruzies over sokken op de bank.
Eerlijk? Soms werkt het niet — en dat is ook oké
Natuurlijk zijn er ochtenden dat ik het oversla. Na een externe borrel woensdagavond of als er ’s nachts een mug in de slaapkamer zit (serieus, hoe komen die er altijd in?). Dan belooft het huis weer even het ouderwetse slagveld te worden. Maar raar genoeg: het lukt steeds makkelijker om het weer op te pakken. Blijkbaar is het toch besmettelijk…
En — nou ja, in het weekend mag de boel ook best vijf minuten blijven liggen. In het kort: verwacht geen strak minimalistisch paleis. Maar het verschil? Duidelijk.
Mijn drie simpele tips om te beginnen
- Stel geen “perfect resultaat” als doel, alleen die paar kleine ingrepen
- Zet een timer — verrassend motiverend!
- Doe het voor jezelf, niet voor Instagram (dat leerde ik van m’n moeder)
In ons kantoor praten we regelmatig over “life hacks”, maar deze is zowat de enige die ik volhou. misschien sloopt het je avond niet radicaal, maar minder troep is altijd meegenomen. Probeer het — of vertel vooral: werkt dit ook bij jou, of vind je het allemaal onzin? In ieder geval: succes morgenochtend…