Het klinkt misschien als een raar compliment: ben jij een uitsteller? Dan ben je waarschijnlijk slimmer dan je denkt. Onlangs nog — tijdens een teamoverleg in ons oude kantoor op de Prinsengracht — stak de altijd scherpe Saskia haar vinger op: “Maar waarom dénken we eigenlijk langer na dan anderen?” Niemand wist het echt. En toch, als je kijkt naar het gedrag van slimme mensen, zie je opvallend vaak: uitstelgedrag als een soort – tja, geheime superkracht?
Dus nee, het ligt niet alleen aan je koffieverslaving, Netflix of het beroerde weer in Nederland. Misschien is het wel simpelweg je brein dat nét iets anders werkt dan je buurman. Laten we het uitpluizen, want de wetenschap — en mijn eigen ervaring — zitten vol verrassingen.
Het brein van de uitsteller: zo werkt het
Slimme mensen denken vaak in grotere lijnen, zien meer mogelijkheden en twijfelen daarom langer. Je kent het wel: je moet een rapport schrijven, maar je hoofd is al drie zijwegen ingeslagen. “Wat als ik het onderzoek nét iets anders aanpak?” “Zou een PowerPoint niet effectiever zijn?” Of, zoals mijn collega Barry zegt: “Ik heb altijd een plan B… én C. Misschien zelfs D.”
Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bevestigt: slimme mensen hebben vaker last van overanalyse. Ze willen niet zomaar beginnen — ze zoeken de perfectie, worstelen met eindeloze keuzemogelijkheden en willen fouten vermijden. Ironisch genoeg zorgt dat dus voor… uitstel.
Uitstel is niet altijd ‘luiheid’
In onze cultuur wordt uitstel vaak gezien als luiheid of gebrek aan motivatie. Maar — en hier komt de twist — uitstel kan ook heel functioneel zijn. Volgens klinisch psycholoog Judith Vriesema is uitstel soms nodig om ideeën te laten rijpen, prikkels te structureren en zelfs onverwachte oplossingen te laten ontstaan. Mijn moeder zei altijd: “Even laten sudderen in je hoofd, dan komt het beste boven drijven.” Misschien had ze gewoon gelijk.
- Denkpauze werkt: Vaak ontstaan briljante ingevingen als je juist even niet actief bezig bent.
- Creativiteit boost: Korte deadline? Dan schiet je adrenaline omhoog en ga je buiten de gebaande paden denken.
- Goed genoeg is soms perfect: In de praktijk blijkt 80% van je werk net zo goed als die zogenaamd perfecte 100%. Echt waar, vraag het aan je leidinggevende.
Hoe pak je gezond uitstelgedrag aan?
Nu is er natuurlijk een verschil tussen “gezond uitstel” en totale chaos. Want al die openstaande deadlines in je inbox – geloof me, daar slaap je niet beter van. Wat werkt in de praktijk?
- Deel grote taken op: Breek alles op in micro-taken. Serieus, niemand schrijft een scriptie in één avond.
- Tijdslots plannen: Schiphol-methode: plan je werkblokken als landingsbanen. Kort en krachtig, mét pauzes.
- Sta jezelf gerust toe even te niksen: Mijn buurvrouw zweert bij 10 minuten dagdromen als reset na elke klus.
- Vier wat wél af is: Beloon jezelf bij elke afgeronde stap — zelfs met een HEMA-tompouce als het moet (althans, dat helpt mij).
Belangrijkste tip? Wees niet te streng voor jezelf. Iedereen stelt weleens uit. De kunst is om er niet in te blijven hangen. Hoewel — misschien zie ik dat te makkelijk. Sommige mensen hebben haal gewoon écht een stok achter de deur nodig.
Even praktisch: wat werkt in Nederland?
Nederlandse werkplekken zijn best tolerant voor een beetje uitstel, zo merkte ik laatst nog bij een klant in Rotterdam. Solide planning, veel flexibiliteit en een korte lijn met je collega’s zijn hier vaak belangrijker dan ‘blind buffelen’. In Amsterdam hoor ik steeds vaker: “Deadline gehaald? Lekker! Maar volgende keer even eerder communiceren hé?”
Kortom — slim uitstelgedrag kun je prima omarmen. Mits je jezelf kent. En, vooruit, niet alles tot morgen laat liggen.
En nu?
Misschien voel je je na het lezen van dit artikel toch net iets minder schuldig over je uitstelgedrag. Prima. Maar — welke slimme manieren gebruik jij zelf om het binnen de perken te houden? Deel ze hieronder, stuur me een DM of gooi het in de groepschat. Want eerlijk — soms weet ik het zelf ook niet meer precies, en hoe meer ideeën, hoe beter. In ieder geval… tot zover dan. Nu ga ik eindelijk mijn belastingaangifte doen — denk ik.