Wist je dat het meest effectieve planningsmiddel geen wifi nodig heeft, niet om een update vraagt en zelfs niet kapot kan gaan? Ja, ik heb het over dé klassieker uit onze schooltijd. Op het eerste gezicht lijkt het belachelijk eenvoudig… Maar ik kom steeds weer bij de papieren agenda uit. En — geloof me, na jaren met apps als Todoist, Trello en zelfs zo’n hippe bullet journal, blijf ik bij papier. Waarom? Nou, daar gaan we.

Digitale planning? Been there, done that

Op mijn werk staan collega’s altijd met hun smartphone in hun hand. “Zonder Google Calendar ben ik nergens,” roept er eentje. Gelukkig, denk ik dan, want ik vergeet mijn telefoon standaard ergens. Digitale planners — ja, ze zijn snel, handig, soms zelfs leuk. Maar… juist als het erom spant, lijkt de techniek tegen te werken. Batterij leeg — afspraken foetsie. Internet eruit — paniek. mijn buurvrouw klaagt hier al maanden over.

En dat synchroniseren tussen apparaten? Soms werkt het — en soms lijkt het alsof alles dubbel verschijnt, of helemaal nergens meer. Misschien ben ik ouderwets, al zegt mijn jongere zus dat papieren agenda’s ‘vintage cool’ zijn. Laat haar maar denken.

Waarom een papieren agenda stiekem alles verslaat

Midden in die digitale hectiek geeft een papieren agenda me rust. Bladeren door een week alsof je tijd letterlijk in handen hebt — daar kan geen swipe tegenop. Vreemd genoeg onthoud ik meer wanneer ik zelf met pen schrijf. Recent las ik in NRC nog dat het fysiek noteren van taken je brein activeert. Misschien werkt dat niet voor iedereen, maar voor mij is het verschil merkbaar.

Bovendien — papier liegt niet. Wat je opschrijft, kun je niet zomaar wegvegen. Al die gekleurde stiften, post-its en stickers maken het nog leuker (en rommeliger, daar ben ik eerlijk in). Maar juist dat menselijke, niet-strakke maakt dat ik zin krijg om dingen te plannen.

Zo gebruik je één simpele agenda voor alles

• Zorg dat je agenda altijd in zicht ligt — op tafel, naast het bed, in je tas. Niet op de plank leggen, want daar sterft hij een stille dood.
• Kies maximaal drie kleuren pennen of markers. Meer is chaos, minder is saai. Mijn favorieten? Groen voor werk, blauw voor privé, rood voor ‘moet ik echt doen’.
• Wees niet bang om fouten te maken. Doorgekraste afspraken vertellen meer over je leven dan perfect afgevinkte lijstjes (tenminste, zo praat ik mezelf moed in).
• Geef elke takenlijst een korte titel. Bijvoorbeeld: ‘Dingen die ik deze week zeker uitstel’ — werkt onverwacht motiverend.
• En heel belangrijk: plan ook lege blokken. Mijn oude docent aan de HVA zei altijd: “Een overvolle agenda is een lege werkdag.”

Is dit jouw magic bullet? Misschien niet…

Kijk, misschien hou jij van apps die je elke vijf minuten een notificatie sturen. Of je werkt met sticky notes op je laptop. fair enough. Het draait uiteindelijk om wat werkt voor jóu — en eigenlijk heeft niemand de heilige graal van planning ooit gevonden. Maar mocht je digitale overload herkennen, probeer dan een maandje zo’n simpele papieren agenda. Gewoon van Bruna, HEMA of zelfs de markt.

Mij helpt het rust te vinden tussen alles wat moet en alles wat “misschien nog wel kan wachten”. Hoewel, soms is het ook uitstel in een mooi hoesje… nou ja, daar kan ik mee leven.

Tot slot: je beste planningstool ligt misschien al jaren in de kast

Eerlijk — ik ben niet zeker of een papieren planner élk probleem oplost. Maar het zorgt wel dat ik dichter bij m’n dag sta, en op een of andere manier voelt het minder… opgejaagd. In ons teamchat zijn inmiddels drie mensen terug naar papier. Misschien werkt het voor jou ook, misschien niet. Geen big deal, maar het proberen waard, toch?

Wat is jouw beste planningshack? Deel het hieronder — want iemand heeft vast dé gouden tip waar we allemaal naar zoeken. In ieder geval: succes met plannen, digitaal of niet. In het ergste geval heb je in ieder geval weer eens ouderwets met pen geschreven.