Stel je voor: je bent net gewend aan je hardlooprondje door het Vondelpark, en ineens hoor je van je collega dat traplopen eigenlijk veel beter werkt. Onzin? Misschien niet. Op kantoor in Rotterdam had iemand laatst een weddenschap wie het snelst zes verdiepingen op en neer kon. Zweet, spierpijn, maar… iedereen was het eens – dit was andere koek dan de normale jogsessie.
Hardlopen is verleden tijd?
Heel eerlijk: iedereen kent wel iemand met knieproblemen door hardlopen. Vorige maand nog gaf mijn buurman op – ‘teveel asfalt’, zei hij. En hoe vaak voelt een rondje door de regen meer als plicht dan plezier? De hype rondom cardio gaat steeds vaker over alternatieven. Traplopen krijgt ineens aandacht: kort, intensief, geen abonnement nodig. Maar maakt het echt het verschil? Kijk, daar wordt het interessant…
Waarom traplopen eigenlijk effectiever is
Laten we even praktisch kijken. Traplopen is technisch gezien ‘high-intensity interval training’ – kort en krachtig. Uit recent onderzoek van de Universiteit van Utrecht blijkt dat drie keer per week trappen lopen gedurende tien minuten hetzelfde effect op je conditie heeft als 30 minuten hardlopen. Je hartslag schiet sneller omhoog, je gebruikt meer spiergroepen (vooral de bilspieren – daar werd mijn vriendin blij van) en je verbrandt relatief meer calorieën per minuut.
- Snelle verbetering van je conditie
- Minder belasting op je gewrichten – hoewel ik stiekem wel een dag spierpijn had
- Effectief voor vetverbranding en spieropbouw tegelijk
Waar haal je een trap in hemelsnaam vandaan?
Niet iedereen heeft een Amsterdams grachtenpand met die ouderwetse steile trappen. Maar eigenlijk kun je overal terecht: parkeergarages (in Utrecht en Den Haag zijn ze vaak leeg na werktijd), stations (Amsterdam Centraal – toplocatie als je ’s ochtends nog energie hebt), thuis, sportclubs. Ook zag ik laatst een groepje buiten bij de Maastoren in Rotterdam hun lunchpauze besteden aan trappen.
Persoonlijk ben ik fan van stations – even snel de trap pak ik altijd wel, zelfs als de lift schreeuwt. Op mijn werk helpen we elkaar herinneren: appje naar het team, ‘traptijd!’. Soms loopt het uit op een wedstrijd – daar krijg je gratis motivatie van, ook als je verliest.
Is het echt beter dan hardlopen? Mijn (bescheiden) ervaring
Nou, het ligt eraan. Traplopen is intens – het valt niet even mee te nemen in je dag als een rustig stukje rennen. Maar als je tijd wilt besparen en je benen krachtiger wilt maken, werkt het fantastisch. Eerlijk, na twee weken merkte ik dat fietsen naar werk soepeler ging. Mijn collega klaagde alleen over zere kuiten. Dus perfect is het niet voor iedereen – hoewel, misschien is de pijn een goed teken?
Oh, en volgens mijn oom – fanatiek wandelaar – is traplopen ‘gezelliger’ als je samen gaat. nou ja, smaken verschillen.
Praktische tips om te beginnen
- Warm altijd even op, vooral als trappen in een oud Rotterdams kantoorpand staan – die dingen zijn steil!
- Begin rustig: één etage, pauze, dan weer omhoog. Bouw pas op als het makkelijk voelt.
- Luister naar je lichaam – pijn in de knieën? Even overslaan. Genoeg alternatieven.
- Maak het leuker: neem muziek mee of daag iemand uit.
In Den Bosch hoorde ik laatst zelfs van een bedrijf dat een ‘trap challenge’ organiseert – wie het eerst 100 verdiepingen haalt in een maand, wint gratis lunch. Creatief, toch?
En nu?
Misschien is hardlopen straks weer hip. Of duiken we massaal massaal de trap op. Wat ik weet: mijn ochtend voelt frisser als ik de lift vermijd (al zou het kunnen dat ik me dat gewoon inbeeld). Probeer het een keer, misschien bevalt het je beter dan je denkt – en wie weet vind je, net als mijn buurvrouw, eindelijk die killer-billen.
Heb jij ook een geheim trappenhuis ergens in de stad, of zijn er nog andere gekke cardio-hacks? Deel het hieronder. In elk geval: volgende keer dat je de lift neemt – denk er even aan.