Zeg eens eerlijk: wanneer heb je voor het laatst tot diep in de nacht zitten blokken voor een tentamen, cursus of een certificaat? Waarschijnlijk was dat ergens tussen je studententijd en, nou ja, vorige week – als je pech had. Traditioneel stampwerk raakt echter steeds meer uit de gratie. Micro-leren — korte leermomenten, precies waar en wanneer het uitkomt — verovert Nederland razendsnel. En niet alleen bij jonge IT’ers; zelfs mijn moeder heeft haar Google Sheets-skills in blokjes van vijf minuten bijgewerkt — true story.

Waarom crammen niet langer werkt (voor de meesten)

Op papier lijkt het zo logisch: je plant een dag (of nacht) los van werk, gooit alle social media dicht en vlamt door vijf hoofdstukken. In de praktijk weet bijna iedereen in mijn directe omgeving — van sales tot zorg — hoe slecht dat werkt. Je brein onthoudt in zo’n stressblok nauwelijks nieuwe info. Mijn collega Bas zei het laatst treffend: “Ik heb een week voor m’n managementtraining geblokt, maar drie dagen later kon ik me vooral de saaie PowerPoints herinneren.”

Niet alleen vergeten we snel wat we in een keer proberen te leren, het past gewoon niet meer bij de tijd. Of je nu in Amsterdam woont of in Groningen werkt — het leven zit vol pushnotificaties, kinderen die iets willen en werk dat altijd doorgaat. Crammen? Misschien in 2010 nog. Nu blijven de resultaten onvoldoende, hoe goed je motivatie soms ook is… misschien is het gewoon niet voor iedereen weggelegd.

Wat is micro-leren precies?

Micro-leren betekent leren in hele kleine porties. Niet langer marathonsessies, maar korte modules van 3 tot 7 minuten. Je krijgt bijvoorbeeld een pushbericht: “Hey, tijd voor je daily English — drie zinnen vandaag!” Of je kijkt even in je NS-treincoupé een mini-video over Excel-kortcodes. Ergens op LinkedIn las ik dat 60% van de professionals in Nederland nu wel eens micro-learning gebruikt, vaak via apps als GoodHabitz of Squla (ja, Squla is niet alleen voor kids).

• Korte video’s (2-5 minuten)
• Quizjes of challenges aan het eind van een werkdag
• Tiny podcasts, speciaal voor forenzen
• “Vergeet-me-niet” reminders om kennis echt te herhalen

De voordelen: waarom micro-leren in Nederland werkt

Mijn buurman werkt als verpleegkundige en vertelde vorige maand dat zijn team nu elke ochtend één ‘learning snack’ doet. Geen verplichting — gewoon een quizje over hygiëne tijdens de koffiepauze. Volgens hem is de sfeer op de afdeling verbeterd én blijven de procedures eindelijk ooit hangen.

De grootste voordelen? Hier komen ze, zonder het mooier te maken dan het is:

• Minder drempel: vijf minuten vrijmaken krijg je altijd voor elkaar
• Minder stress: je hoeft niet alles van tevoren te plannen
• Beter resultaat: kleine stapjes helpen de kennis écht beter laten beklijven

Het mooiste? Veel micro-leermodules zijn gratis of goedkoper dan die ouderwetse klassikale cursussen bij, zeg maar, LOI. En dat past helemaal bij de Nederlandse nuchterheid als je het mij vraagt.

Hoe begin je (zonder jezelf voor de gek te houden)?

Mijn beste tip: kies één vaardigheid die je echt nodig hebt — bijvoorbeeld Google Agenda-trucs. Zoek op YouTube naar micro-tutorials (mijn favo kanaal is van de Rotterdamse digital coach Maarten) en zet een dagelijks wekkertje. Ja, flauw, maar het werkt. Of gebruik een platform als Springest, waar je direct feedback en reminders krijgt. Kleine pogingen zijn beter dan helemaal geen — dat hoor ik zelfs in onze Slack-chat elke maandagmorgen.

Niet iedereen enthousiast — en dat is ook oké

Snap ik. Sommigen vinden micro-leren te vluchtig of missen de diepgang van echte groepscursussen – ik soms ook trouwens. En als je een nieuwe taal wilt beheersen, kom je er niet met alleen woordjes-apps. Het is geen wondermiddel; eerder een handig startpunt.

Ik merk wel: wie het probeert, blijft hangen. En in een land waar we massaal onze to-dolijst delen op WhatsApp en in de file luisteren naar zelfhulp-podcasts, lijkt micro-leren ineens precies op z’n plek.

Laat je horen!

Doe jij al aan micro-leren? Of blijft ouderwets blokken jouw guilty pleasure? Deel je ervaring hieronder — ik ben benieuwd of het net zo goed werkt voor een advocaat uit Den Haag als voor een fietsenmaker uit Leeuwarden. In ieder geval: probeer het een weekje. Wie weet… verandert het niks. Of juist alles. Nou ja, in ieder geval je koffiepauze 😉