Stel je voor: je staat op een verjaardagsfeestje in Amsterdam-West, hebt nét een drankje gehaald en iemand kijkt je vriendelijk aan. Dan valt die ene vraag, zo bekend en toch zo gevaarlijk… Je voelt meteen iets ongemakkelijks hangen. Gek, hè? Maar volgens experts — en eerlijk gezegd, ook volgens mijn eigen ervaring — is dit precies hoe je elk gesprek doodslaat voordat het begint.
De meest gebruikte opener: “En, wat doe jij?”
We hebben ‘m allemaal weleens gesteld. Sterker nog, ik betrapte mezelf er vorige week nog op toen ik met een groepje onbekenden in Rotterdam stond. “En, wat doe je?” vroeg ik, terwijl ik eigenlijk alleen maar wilde weten wie die persoon is.
Volgens een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCB kun je die trouwens gewoon mailen, doen wij op werk ook altijd), voelt meer dan de helft van de Nederlanders zich ongemakkelijk bij deze vraag. Het klinkt zo onschuldig, maar eigenlijk zet je iemand meteen klem: ze moeten zichzelf samenvatten tot een beroep. Op de Zuidas werkt dat misschien, in Groningen of Tilburg beginnen mensen ervan te gapen.
Waarom deze vraag averechts werkt
- Het voelt alsof je mensen direct beoordeelt — Niet iedereen is trots op z’n vak of vindt werk leidend voor hun identiteit.
- Mensen zonder of met tijdelijk werk — Studenten, mensen tussen twee banen of ouders voelen zich ineens buitenstaander.
- Het remt het gesprek af — Het wordt gelijk serieus en functioneel, terwijl je net wil loskomen.
Zelf merk ik het steeds vaker: je raakt sneller in een echt gesprek als je die vraag gewoon even skipt. Mijn moeder zegt altijd: “Vraag eerst naar de hond, dan pas het salaris.”
Wat werkt dan wél als opener?
Op een borrel in Utrecht hoorde ik laatst deze vraag: “Wat bracht je hier vanavond eigenlijk?” en het was zóveel fijner. Geen oordelen, gewoon interesse. Hier nog een paar alternatieven die ik zelf heb gescored (en getest, soms met wisselend succes — nou ja, je moet wat):
- “Wat vind je het leukste aan je week?”
- “Heb je een tip voor een mooie plek in de stad?”
- “Wat doe je graag als je écht vrij bent?”
Niet iedereen komt meteen los, hoewel ik eens met een timmerman uit Amersfoort aan de praat raakte — bleek die kerel hartstikke gek op jazz! Vroeger had ik dat nooit uit hem gekregen met die andere vraag.
Tips om echt contact te maken
- Luister oprecht — zo eenvoudig, maar zelden vanzelfsprekend in de Randstad.
- Vertel ook iets over jezelf. Niet te gek, gewoon eerlijk: deel een anekdote of blunder.
- Houd het luchtig. Begin niet meteen over politiek of werkstress, tenzij je merkt dat het werkt.
- Durf een stilte even te laten vallen. Soms hoef je niet altijd alles dicht te praten — tenminste, dat zegt mijn buurvrouw altijd.
Misschien werkt het voor jou anders…
Kijk, er zijn mensen die wél opbloeien als ze over werk mogen praten. Maar voor de meesten geldt: het zegt weinig over wie ze zijn. En eerlijk, ik weet ook niet of mijn advies voor iedereen werkt — mogelijk ben ik gewoon wat introvert geworden de laatste tijd, wie zal het zeggen.
In het kort
Volgende keer op een feestje? Sla de “Wat doe je?”-vraag eens over en zie wat er gebeurt. Misschien ontdek je een jazzliefhebber, een geheime dichter of gewoon iemands favoriete snackbar in Eindhoven. Je weet het nooit — en daarin zit juist de lol.
Welke opener gebruik jij het liefst? Drop ‘m eens hieronder — beetje inspiratie delen kan nooit kwaad, toch?