De uitspraak en reactie van de band

Een rechtbank in een district van Moskou heeft de Russische punkprotestband Pussy Riot officieel aangemerkt als een extremistische organisatie, zo meldt het staatspersbureau TASS. De advocaat van de in ballingschap verblijvende groep, Leonid Solovyov, verklaarde dat de uitspraak maandag werd gedaan op basis van claims van het Openbaar Ministerie van Rusland. De band heeft aangekondigd in beroep te gaan tegen deze beslissing. Volgens TASS kwam de zaak aan bod tijdens een besloten zitting, op verzoek van het Openbaar Ministerie.

De inhoud van de uitspraak

De rechtbank stelde dat het de voorstellen van het Openbaar Ministerie had bevestigd, namelijk dat de band Pussy Riot als een extremistische organisatie moest worden erkend en dat haar activiteiten binnen de Russische Federatie verboden werden, aldus het agentschap AFP.

De reactie van Pussy Riot en hun standpunt

Een officiële sociale mediapagina van Pussy Riot publiceerde een reactie op de uitspraak, waarin de bandleden, die al jaren in ballingschap leven, uitdagend zeiden dat zij “vrijer zijn dan degenen die proberen ons het zwijgen op te leggen”. Ze uitten hun mening over Vladimir Poetin door te zeggen: “Ik kan zeggen wat ik denk over Poetin — dat hij een ouder wordende sociopaat is die zijn gif over de wereld verspreidt als kanker.”

Volgens de verklaring is het in het huidige Rusland een vorm van extremisme om de waarheid te spreken. De band voegde daaraan toe: “Dus laat het zo zijn — wij zijn trotse extremisten.”

Gevolgen van de classificatie

Het label ‘extremistische organisatie’ zal het de autoriteiten gemakkelijker maken om supporters van Pussy Riot te vervolgen of personen die eerder met de band samenwerkten aan te pakken. De band stelde dat deze beslissing bedoeld is om het bestaan van Pussy Riot uit het geheugen van de Russische bevolking te wissen. Zo kunnen bijvoorbeeld het bezit van een bivakmuts, het hebben van een nummer van de band op een computer of het leuk vinden van een post, in aanmerking komen voor gevangenisstraf.

Historische context en eerdere acties

Volgens eerdere berichten van het Openbaar Ministerie was de aanklacht gebaseerd op eerdere protesten van de band, waaronder een actie in de kathedraal van Christus de Verlosser in februari 2012 en de finale van het Wereldkampioenschap in Moskou in 2018. De leden van Pussy Riot, waaronder Nadezhda Tolokonnikova en Maria Alyokhina, zaten na het protest in 2012 gevangen, omdat ze een punkgebed hadden uitgevoerd met de titel “Moeder van God, werp Poetin uit!”.

Vrijlatingen en latere veroordelingen

Beide vrouwen werden vrijgelaten in 2013 na een amnestieregeling die ongeveer 26.000 arrestanten omvatte, onder wie enkele Greenpeace-activisten. In september van hetzelfde jaar legde een Russische rechtbank gevangenisstraffen op aan vijf personen die banden hadden met Pussy Riot, waaronder Maria Alyokhina en Olga Borisova, na het vinden van hen schuldig aan het verspreiden van “valse informatie” over het Russische leger, aldus het mediadossier Mediazona. Zij noemen de aanklachten politiek gemotiveerd.

Mediazona en gegevens over het conflict in Oekraïne

Mediazona, opgericht door Alyokhina en haar bandgenoot Tolokonnikova, behoudt een geverifieerde lijst van Russische militaire slachtoffers in de oorlog in Oekraïne. Volgens hen zijn 153.000 namen bevestigd, elk ondersteund door bewijsmateriaal, context en documentatie.