Je boekt een kamer, komt aan in Amsterdam-Zuid en — oeps — daar staat het: je bed recht onder het raam. Heb je je ooit afgevraagd waarom veel mensen zich hier een beetje onrustig bij voelen? Volgens feng shui is die plek niet zomaar ongelukkig gekozen. Ik vertel je waarom… en wat je zelf kunt doen, zelfs als je het bed niet mag verschuiven.
Onrust in je hoofd? Misschien ligt het aan het raam
Het valt me telkens op — zelfs in die best wel chique hotels bij het Centraal Station — dat hotelbedden regelmatig pal tegen het raam staan. Mijn collega uit Den Haag zei laatst nog in onze appgroep: “Ik slaap nooit lekker als m’n hoofd ’s nachts bijna buiten hangt.” Toeval? Volgens feng shui niet. In deze oude Chinese filosofie draait alles om de balans tussen energie, ofwel ‘chi’. En het raam is dé plek waar energie het hardst stroomt — en dus ook ontsnapt.
Waarom die plek zo’n probleem geeft (volgens feng shui)
- Koude luchtstromen: vooral nu het nog fris is, krijg je tocht recht in het gezicht. Klinkt bekend?
- Onrustige energie: chi verlaat je kamer juist via het raam. Daardoor kun je je ’s ochtends niet uitgeslapen voelen. Ik heb het echt getest — verschil merk je pas als je het bed ergens anders zet.
- Minder veiligheid: het idee dat iemand stiekem naar binnen kan kijken zorgt bij mij (en meer mensen trouwens) voor onbewuste stress.
Sta je nu te twijfelen — ‘is dat niet wat overdreven?’ — het is niet voor iedereen even heftig natuurlijk. Maar laatst op een regenachtige avond in Rotterdam dacht ik toch: was het bed maar ergens anders gezet. Misschien is het gewoon menselijk instinct… of ik ben beïnvloed door die Feng Shui podcasts van m’n schoonzus. Geen idee.
Wat kun je wél doen als het bed niet te verplaatsen is?
In de praktijk — zeg maar gerust bijvoorbeeld in Utrecht, waar hotelkamers nu ook niet gigantisch zijn — kun je niet altijd slepen met bedden. Gelukkig zijn er simpele trucs:
- Gebruik een stevig hoofdbord. Hierdoor voorkom je het gevoel dat je ‘in de tocht’ ligt. Had ik eerder geweten, had ik minder nachtmerries gehad na die citytrip naar Haarlem.
- Gordijnen dicht. Klinkt cliché, maar echt: dikke gordijnen blokkeren niet alleen het licht, maar ook die “snelle” chi.
- Plantje erbij. Een simpele kamerplant tussen je bed en het raam werkt als natuurlijke chi-filter — dat zegt mijn moeder altijd. En heel eerlijk? Het staat gewoon gezellig.
Overigens las ik vorige maand op een forum dat sommigen een opgerolde handdoek op het vensterbankje leggen. Niet mooi, wel effectief.
En als je thuis wél invloed hebt…
Voor je eigen huis geldt — zeker als je net bent verhuisd in Leiden of je de slaapkamer aan het restylen bent — probeer het bed zo ver mogelijk bij het raam vandaan te zetten. In veel Nederlandse appartementen is dat trouwens een uitdaging, ik weet het. Maar zelfs een meter verschil maakt volgens sommigen al verschil in hoe je je voelt na het slapen.
Op kantoor hadden we het er gisteren over tijdens de lunch: iemand had eindelijk z’n bed verplaatst en na jaren weer goed geslapen. Natuurlijk, wetenschappers zullen het wel nuanceren. Maar… baat het niet — dan schaadt het niet.
Tot slot: probeer gewoon uit wat werkt (en deel je ervaring)
Natuurlijk hoeft u geen feng shui-goeroe te worden — maar het is het proberen waard, zeker als u vaak in hotels slaapt of thuis onrustig wakker wordt. Mijn tip? Kijk komende nacht eens bewust hoe je je voelt bij een bed bij het raam. Misschien merk je ineens verschil — of het is gewoon toeval.
Laat hieronder weten: slaap jij juist goed bij het raam, of verander je het meteen? Benieuwd hoeveel mensen hetzelfde denken…
In ieder geval: goede nacht, waar je bed ook staat.