Heb je ooit gedacht: “Waar laat ik al mijn spullen, terwijl mijn woonkamer amper plek heeft voor een extra stoel?” Op feestjes hoor ik dit probleem steeds vaker voorbijkomen. Volgens het CBS wordt de gemiddelde woonruimte in de grote steden al jaren kleiner — zelfs in Rotterdam is 20 vierkante meter geen uitzondering meer. Gelukkig hoeft klein niet benauwd te zijn. Onlangs ontdekte ik een systeem waar ik eerst mijn wenkbrauwen bij optrok, maar nu vraag ik me af waarom niet iedereen erover praat… Nou ja, oordeel zelf.
Ruimtewinst zonder te verhuizen: het geheim van flexwonen
De truc? Flexibele interieurs. Meubels en oplossingen die zich aanpassen aan jouw dag, humeur, en feitelijk: je gebrek aan vierkante meters. Het gaat niet alleen om inklapbare tafels of een slaapbank die je rug verpest — flexwonen pakt het slimmer aan.
Niet voor niets zijn systemen als het Rotterdamse SmartSpace ineens overal populair: een wandkast die ’s ochtends je bureau is, ’s avonds je eettafel, en tussendoor gewoon — weg. Mijn collega in Amsterdam zweert bij zijn uitschuifbare keukenblok, waardoor je ineens een dansvloer krijgt in je keuken van 6m². Geloof het of niet, die dingen bespaarden me al snel drie verhuisdozen extra ‘rommel’ opbergruimte. Al denk ik soms: zou ik het ooit lekker vinden om in een traditioneel huis te wonen? Misschien went compact te snel.
De slimste trucs van insiders (en een paar mislukte pogingen van mezelf)
- Vouw- én draaiwanden: Op de VT Wonen beurs zag ik een systeem met draaibare muren. Ziet er raar uit — werkt briljant voor wie één kamer als werk, eet- en slaapkamer gebruikt.
- Meubels met geheim vak: Mijn moeder zei altijd, “Bij Ikea zijn de beste bedden die met lades”. Ze heeft gelijk. Maar merken als Modulr of Tiny House Store maken zelfs tafels met dubbele bodem. Handig voor die stapel administratie die je niet wilt zien, maar ook niet kwijt wilt raken.
- Lucht! Gewoon, ruimte houden: Eerlijk: ik liet me ooit verleiden tot die ‘alles-in-één’-kasten waar het halve interieur in verandert. Resultaat? Te log — ik kreeg de kast nog geen 10 keer fatsoenlijk open. Soms kun je beter wat minder spullen houden, of de muur wit schilderen… In ieder geval, dat werkt voor mij in Utrecht.
Hoe begin je zelf – en waar loop je op stuk?
Eerlijk is eerlijk, starten met flexwonen vereist wat lef (en een middag meten). Mijn tip? Begin klein: kies één multifunctioneel meubel per kamer. Probeer die bekende slaapbank van Leen Bakker of een bureau aan de wand van Made.com — Nederland barst tegenwoordig van de slimme oplossingen.
Let wel: wat voor mijn vriend in Eindhoven werkt, ligt misschien totaal niet voor jouw appartement in Den Haag. Soms mislukken dingen gewoon. Zo had ik ooit een bed met opklaptafel — bleek mijn muur net niet stevig genoeg. Kortom: probeer, lach om je missers, deel je tips in de groepsapp, en onthoud dat het soms nét niet past. Maar als het wél lukt, voelt het als winnen van het spelletje Tetris.
Zorg dat je thuis blijft voelen, ook als alles flexibel is
Het voordeel van een flexibel systeem is niet alleen de extra ruimte: je huis leeft mee met je dag. Maar vergeet in je opruimdrift niet waar jij je prettig bij voelt. Mijn buurvrouw in Haarlem zei vorige week: “Het mooiste is dat je nú makkelijk kunt veranderen als je werk of relatie verandert.” Dat vond ik slim gezegd.
In het kort: minder dan 20 vierkante meter? Het kán. Geef flexwonen een kans en je zult verbaasd zijn over wat mogelijk is — of misschien nog wel belangrijker, over wat je nét niet meer mist.
En bij jou?
Gebruik jij al slimme oplossingen voor je kleine huis? Deel je beste, gekste of meest mislukte ruimtewinst-truc in de reacties hieronder — want die anekdotes zijn vaak het leukst. (En eerlijk, wie herkent zich hier niet in…)