Wist je dat in Nederland bijna 1 op de 3 mensen boven de 40 eigenlijk veel minder spaart dan ze zelf denken? Dat las ik vorige week in een ietwat sombere statistiek van het NIBUD. En eerlijk: sparen voelt na je veertigste soms opeens heel anders dan op je dertigste — zeker nu met inflatie, energiekosten uit de pan, en je kinderen die sowieso áltijd iets nieuws willen. Herkenbaar? In dit artikel: waar het bij veel Nederlanders spaak loopt, stuk eerlijk advies, en een paar onverwachte inzichten uit mijn eigen kring.

1. De grootste misser: wachten tot ‘later’

Het klinkt als een cliché — sparen komt wel als het rustiger wordt. Maar “later” blijft vaak “nooit”. Mijn buurvrouw uit Rotterdam zei laatst nog: “Eerst de verbouwing, dan spaar ik wel écht.” Vijf jaar later is de badkamer top, maar de spaarrekening niet. En ik snap het, want zelf dacht ik na mijn veertigste precies zo. Maar stel het niet uit: zelfs 25 euro per maand maakt alvast verschil.

2. Alles op één hoop: geen spaardoelen splitsen

In onze groepsapp bij de hockey zeiden opvallend veel mensen: ik heb gewoon één spaarrekening, daar kluts ik alles op. Vakantie? Vooruit, pinnen! Nieuwe koelkast stuk? Nuja, hap uit de spaarpot. Maar zo raak je het overzicht kwijt. Tippie van een lokale Rabobank-adviseur die ik laatst sprak: “Zorg altijd voor minimaal drie potjes — buffer, wensen, en onvoorzien. En dus niet alles in één keer laten verdampen als je boiler het begeeft.” Klinkt logisch, maar bijna niemand doet het echt.

3. Te conservatief— spaargeld laten ‘verdampen’ door inflatie

Nog niet heel lang terug — maand of zes geleden — vroeg ik mijn collega hoe hij spaart. Alles gewoon op een betaalrekening, want ‘dat is veilig’. Maar nu de rente laag is en inflatie hoog, verlies je geld door niks te doen. Kijk eens naar alternatieven: een Nederlandse indextracker, deposito of zelfs een spaardeposito bij een Vlaamse bank (voor de durfal). Wees niet te bang om iets nieuws te proberen, maar let natuurlijk wel op risico — ik zeg niet dat álles werkt voor iedereen.

4. Sparen zonder plan of inzicht

Een veelgemaakte vergissing: sparen zonder doel of overzicht. Of erger — over je eigen financiële situatie denken ‘dat zit wel goed’, zonder het te checken. Mijn moeder zei altijd: “Wie niet telt, telt niet mee.” Maak af en toe (op zondagavond bijvoorbeeld) een snelle Excel of kijk bij je ING of ASN bank-app wat er écht binnenkomt en uitgaat. Je schrikt je rot soms, hoeveel er ongemerkt doorheen gaat — zoals aan die koffie-to-go elke dag op station Utrecht Centraal…

5. Teveel sparen voor de kinderen (en jezelf vergeten)

Natuurlijk, kinderen zijn duur en je gunt ze alles. Maar veel Nederlanders sparen zich suf voor de studie en het rijbewijs van hun kinderen — en vergeten zichzelf totaal. Ik las onlangs op nu.nl dat ruim 60% van de 45-plussers een kind-spaarpotje heeft, maar geen pensioenplan. Tja. Denk eraan: de bakker vraagt straks bij je pensioen toch écht van jou te pinnen…

Slim(mer) sparen boven de 40: hoe dan?

• Begin klein, maar begin wel. Het perfecte moment komt meestal niet
• Spreid je spaargeld over doelen: buffer, wensen, nood
• Kijk af en toe naar rendement, niet alleen de (lage) rente
• Maak het zichtbaar — rekeningen benoemen helpt echt
• Vergeet jezelf niet tussen al het ‘gezins’-sparen

En het belangrijkste? Praat erover! In onze buurt-WhatsApp kwam ik er opeens achter dat bijna iedereen met dezelfde spaardilemma’s loopt. Misschien hebben je vrienden gouden tips, of kun je samen een ‘spaarchallenge’ doen — in Rotterdam maken ze er een sport van, hoor ik.

In het kort — sparen na je 40ste is wat anders dan ‘vroeger’. De meeste fouten zijn verrassend simpel. Even over nadenken, eentje aanpakken — dan ben je al een stukje verder. Misschien heb je nog tips uit eigen ervaring? Laat een reactie achter, altijd leuk om te lezen waar anderen tegenaan lopen. Nou ja, zoiets dus…