Oudste bewijs van bewuste vlammengebruik gevonden in Engeland

Onthulling van het oudste bewijs van vuurmaken door prehistorische mensen

Onderzoekers hebben aangetoond dat mensen mogelijk 350.000 jaar eerder vuur maakten dan tot nu toe werd aangenomen. In Suffolk, Groot-Brittannië, stuitten wetenschappers op het oudste bekende bewijs van doelbewust vlammengebruik door prehistorische mensen. Dit bewijs maakt duidelijk dat deze handelingen plaatsvonden ongeveer 415.000 jaar geleden.

De vindplaats en de ontdekkingen

De locatie betreft een voormalige kleiput nabij het dorp Barnham. Daar vonden de onderzoekers een vuurplaats, bestaande uit een haard gemaakt door Neanderthalers uit hetzelfde tijdperk. Tot nu toe werd het oudste bewijs van menselijke vuurproduktie gedateerd op ongeveer 50.000 jaar geleden, gevonden op een site in Noord-Frankrijk, eveneens verbonden aan Neanderthalers.

Het archeologisch onderzoek toonde resten aan van een herhaaldelijk gebruikt kampvuur. Onder de vondsten bevonden zich verwarmde klei, vlasgereedschap verbrijzeld door hoge temperaturen en twee stukken pyriet, een mineraal dat vonkt wanneer het wordt aangeraakt door vuursteen om vuur te ontsteken.

Significantie van de bevindingen

Volgens archeoloog Nick Ashton, curator van Paleolithische Collecties bij het British Museum in Londen, zou het mineraal pyriet met de bedoeling door de oude mensen naar de locatie zijn gebracht om vuur te maken. Hij stelt dat deze ontdekking grote implicaties heeft en de vroegste datums voor vuurmaken naar voren verschuift.

Hoewel er aanwijzingen zijn dat mensen in Afrika natuurlijke branden gebruikten, is dit de oudste bewijs dat hen daadwerkelijk lukte om zelf vuur te maken. Het beheersen van vuur vormde een keerpunt in menselijke evolutie. Vlammen beheersten stelde jagers-verzamelaars in staat om in koudere klimaten te overleven, voedsel te bereiden en zich te beschermen tegen roofdieren. Bovendien zorgde koken ervoor dat onze voorouders meer energie haalden uit vlees, wortels en knollen, wat de groei van grotere hersenen bevorderde en de gemeenschap in staat stelde om meer leden te ondersteunen.

Sociale en culturele impact van vuur

Het gebruik van vuur had mogelijk ook invloed op de sociale structuur. Het samenbrengen bij kampvuren ’s nachts bevorderde warmte, voeding, gesprekken en mogelijk het ontstaan van verhalen, taal en culturele overtuigingen. Volgens Rob Davis, archeoloog bij het British Museum en coauteur van de studie, werd het kampvuur een sociaal centrum.

Hij benadrukt dat de mensheid vuur heeft gebruikt om de wereld om ons heen vorm te geven, en dat Neanderthalers dit minstens net zo lang deden als wij. Het bewijs uit Barnham wijst op herhaald gebruik van vuur bij temperaturen boven 700 graden Celsius, wat duidt op doelbewuste vuurstichting in plaats van afhankelijkheid van natuurlijke branden. Het team heeft vier jaar besteed aan het testen van de materialen om de ouderdom van de haard en de menselijke herkomst ervan te bevestigen.

Implicaties voor begrip van menselijke innovatie

Deze vondst ondersteunt de opvatting dat Neanderthalers, en mogelijk hun nauwe verwanten zoals de Denisovans, veel innovatiever waren dan eerder werd gedacht. Ze deelden belangrijke overlevingsvaardigheden lang voordat moderne mensen verschenen, wat aantoont dat het beheersen van vuur een essentieel onderdeel was van hun adaptatiestrategieën.