Vorig weekend betrapte ik mezelf erop: in de rij bij de Albert Heijn — weer alleen maar mensen met een pinpas. Cash? Niemand. Toch blijkt juist die “ouderwetse” contant betalende Nederlander steeds vaker degene die het meeste spaart. Helemaal gek is dat nog niet.
Klinkt een beetje eigenwijs? Misschien. Maar er zit een verhaal achter. Waarom laten steeds meer mensen gezáágd plastic liggen en grijpen weer naar die euro’s in hun portemonnee? Tijd om daar eens flink in te duiken.
Waarom plastic populariteit verliest: een korte blik
Ooit leek het alsof pinpas en smartphone alles gingen vervangen. Maar afgelopen maanden, merk ik — en mijn collega’s trouwens ook — dat de liefde voor briefgeld groeit. Volgens de DNB stijgt het aantal cash-transacties voor het eerst in jaren.
Een vriendin uit Utrecht vertelde zelfs laatst: “Sinds ik cash mee neem, geef ik minder uit op de markt.” Misschien is het gemak van tikken met je pin gewoon té verleidelijk. Of speelt alles rond privacy en banken ook een rol — er zijn zat verhalen in onze buurt app over mensen die liever niet al hun aankopen traceerbaar maken.
Wat contant betalen echt doet met je uitgaven
Het klinkt simpel: met cash voel je letterlijk hoeveel je nog hebt. Als je portemonnee lichter wordt — pijn in je hart en in je budget. Persoonlijk geef ik zo minder uit aan kleine onzin (#koffie-to-go).
- Snel inzicht: je ziet meteen wat op is
- Klein bedrag? Minder snel over de streep voor impulsaankopen
- Makkelijker budgetteren: bijvoorbeeld 50 euro per week klaar = klaar
M’n moeder legde het vroeger zo uit: “Betaal contant met geld dat je mag missen, en laat je pinpas thuis.” Niet dat het altijd lukt — soms vergeet ik zelf ook. Maar de kern klopt. Bij pinbetalingen heb je pas weken later door hóeveel kleine bedragen er eigenlijk uitvliegen.
Zijn er nadelen? Tja, die zijn er ook…
Contant geld kan onhandig zijn. Zeker bij grote aanschaffen (auto kopen met muntjes lijkt me… tijdrovend). Ook is niet iedere winkel blij als je ineens een biljet van 100 euro over de toonbank schuift. Daarnaast: oppassen dat je niet ineens zonder cash zit, want die geldautomaat — altijd leeg als je haast hebt.
En toegegeven: soms is het gewoon fijn, alles met je mobiel te doen. In Rotterdam (waar ik woon) is OV helemaal zonder cash te gebruiken — daar werkt digitaal makkelijker. Maar dat kan morgen weer anders zijn…
Tips om contant te betalen en toch niet terug in 1980 te blijven hangen
- Stel een vast ‘cash-wekbudget’ in — en hou je eraan
- Gebruik cash alleen voor dagelijkse uitgaven (boodschappen, lunch, koffie)
- Bewaar bonnetjes voor het overzicht — of maak snel een foto met je telefoon
- Leg restjes cash apart voor iets leuks (festival, weekendje weg)
Een collega rekent zelfs elke vrijdag zijn portemonnee leeg en stopt ‘t wisselgeld in een spaarpot voor vakantie. Hij zegt: “Anders blijft er niks over.” Of dat uitsluitend door cash komt — misschien, misschien niet. Maar het werkt voor hem.
Conclusie: even nuchter nadenken
Contant betalen klinkt misschien ouderwets, toch kan het juist in deze tijd een slimme zet zijn. Minder impuls? Meer overzicht? Ja. En misschien minder stress aan het einde van de maand. Of ik zelf altijd zonder pinpas durf? Niet helemaal — soms wint het plastic. Maar cash heeft z’n charme en z’n nut, zeker nu alles almaar duurder wordt.
Heeft u zelf tips, ervaringen of een gênant cash-moment om te delen? Laat een reactie achter — misschien steek ik er zelf ook nog wat van op…