Herinnert u zich hoe u twintig jaar geleden zonder moeite een halve marathon liep? Nou ja, mijn buurman zegt dat hij tot z’n 43e drie keer per week hockeyde en daarna ineens ‘iets’ voelde knakken. Op een maandagochtend, gewoon bij de Appie — geen warming-up, niks. Sindsdien kijken we allemaal anders naar “gewoon even sporten”.
Waarom dit onderwerp ineens zo relevant is? Afgelopen maand spraken we erover in onze hardloopgroep. Drie van de acht gesneuveld: schouder overbelast, oude knieblessure die terugkomt, en eentje kreeg zelfs last van duizeligheid na het turnen. Blijkbaar laat ons lichaam zich niet zomaar foppen na je veertigste. Maar wat werkt er dan wél?
Het grote verschil: je bent geen dertig meer. Echt niet.
Laten we eerlijk zijn: de dagen dat je zomaar mee kon doen met elke bootcamp of spontaan op zondagmorgen een rondje Zuiderpark rende – die zijn voor de meeste van ons voorbij. Niet erg, maar goed om te accepteren. Je lichaam herstelt trager, gewrichten slijten, spieren vragen meer aandacht. Dat is geen drama, dat is evolutie (ja, zelfs als je altijd hekel had aan biologie).
Misschien herken je het: waar je vroeger met gemak die zware boodschappentas de trap op tilde, lijkt dat nu eerder gewichtheffen. En dan hebben we het nog niet eens over de ochtend na een intensieve sportsessie… probeer dan nog maar eens soepel uit bed te komen. Of eigenlijk uit bed te strompelen, als ik eerlijk ben.
Blessures liggen op de loer (en meestal sluipen ze ongemerkt binnen)
Wat ik zelf heb geleerd (soms de harde manier), is dat je na je veertigste niet meer hard en vaak tegelijk moet trainen. Mijn fysiotherapeut — en die zie ik vaker dan ik zou willen — waarschuwde me hiervoor: naarmate je ouder wordt, gaan pezen en banden trager herstellen. Klinkt als een open deur, maar blijkbaar trap ik er toch regelmatig in.
- Let op je warming-up — kort, maar altijd doen;
- Plan rustdagen in, zelfs als je je super voelt;
- Doe vaker krachttraining, ook al vind je het maar saai;
- Durf terug te schakelen bij beginnende pijntjes;
- Investeer in fatsoenlijke schoenen — echt, die oude All Stars kunnen niet meer.
Kortom: luister naar die kleine signalen van je lijf. In mijn geval werd het pas serieus toen ik een dag met een ice pack op de bank moest blijven zitten. Voorkomen is écht minder gedoe dan genezen.
Sociale druk? Nee hoor, iedereen doet maar wat
In onze appgroep – Van die mannen die ooit met z’n allen naar Lowlands gingen – zie ik ineens foto’s voorbij komen van meniscusoperaties en fysiokamers. Typisch: niemand zegt hardop dat hij het tempo niet meer volhoudt. Maar als je ’t vraagt, blijkt vrijwel iedereen ergens te tobben met een blessure of motivatie. Mijn collega van de marketingafdeling gaf het laatst eerlijk toe: “Ik begin standaard één op de drie avonden met goede plannen en eindig vaak op de bank.” Misschien is dat gewoon het leven na het veertigste jaar.
Praktische tips voor sport na je veertigste (waar je écht iets aan hebt)
- Kies sporten waar techniek boven kracht gaat: zwemmen, fietsen, Pilates;
- Werk aan core stability — je rug en schouders zullen je dankbaar zijn;
- Maak afspraken met jezelf, maar wees flexibel: het gaat om continuïteit, niet perfectie;
- Check groepslessen speciaal voor 40-plussers, bijvoorbeeld bij Basic-Fit of je lokale YMCA;
- Leer genieten van langzaam opbouwen – grotere kans dat je het volhoudt;
- Laat je checken door een sportarts als je fanatiek wilt blijven trainen;
Misschien werkt dit niet voor iedereen, maar in mijn geval red ik het inmiddels zonder blessures. al drie maanden geen fysio gezien — dat voelt toch als een soort winst.
Dus… moet je stoppen na je veertigste?
Nee, absoluut niet (al klinkt dat weer zo overtuigend). Maar: je moet radicaal anders trainen dan vroeger. Kijk rond in het Vondelpark, het stikt van de 50-plussers op elektrische fietsen en wandelclubs, en dat is helemaal oké. Niemand wordt er gelukkiger van als je je forceert omdat je buurman op Strava nog harder loopt.
In het kort: luister naar je lijf, wees flexibel met je doelen en onthoud dat bewegen nog altijd beter is dan stilstaan. Of je nou rent, zwemt of gewoon meer rondjes met de hond loopt. En wie weet, misschien zijn we over twintig jaar allemaal verslingerd aan yoga of petanque op Scheveningen. Nou ja, wie zal het zeggen.
Heeft u nog verrassende tips of inspirerende verhalen? Laat het weten in de reacties – want uiteindelijk leren we het meeste van elkaar, niet van de sportschoolinstructeur.