Wist je dat Nederlanders gemiddeld meer dan 4 uur per dag met hun telefoon bezig zijn? En als je denkt: “Op kantoor leg ik ‘m gewoon weg, probleem opgelost” — tja, in werkelijkheid pakt bijna iedereen die telefoon toch na een kwartier alweer. Dat is geen zwakte: zo werkt ons brein nu eenmaal, zegt mijn oud-collega van Human Capital Team. Maar waarom is het verstoppen van je telefoon tijdens werk voor de meesten eigenlijk een slechte keuze?
Het hardnekkige idee: telefoon uit zicht, hoofd leeg?
In menig kantoor hangt nog altijd dat positieve gevoel rond ’telefoon in de la, dan werken we beter’. Ik weet niet hoe het bij jouw bedrijf gaat, maar bij ons op de Zuidas werd dit zelfs in het reglement gezet (vooral tijdens teammeetings). De eerlijkheid gebiedt te zeggen: ik hield het nooit langer dan 10 minuten vol zonder in de verleiding te komen. Volgens een studie van de Nationale Regelstoffenbank (best grappig, zo’n naam) worden we juist onrustiger als onze telefoon compleet buiten bereik is.
Het effect: werkt het echt voor iedereen?
- Bij sommige mensen vermindert het aantal notificatie-checks direct — collega Bas zweert erbij
- Maar de meesten (ikzelf incluis: maandagochtend nog getest) worden juist nerveuzer
- Mentale afleiding stijgt: “Waar ligt m’n telefoon eigenlijk? Als er wat gebeurt, weet niemand me te bereiken…”
Misschien is dit herkenbaar? Je merkt dat je concentratie niet verbetert, maar eerder verspringt. Ons brein raakt gewend aan micro-dopamineshotjes — een berichtje van Tikkie, een meme in de familie-app. Helemaal zonder is voor velen niet ontspannend, eerder stressvol. Mijn buurvrouw (ze werkt bij een softwarebedrijf) noemt het zelfs ‘digitale ontwenningsverschijnselen’.
Wat werkt dan wél? Drie tips die je echt een rustiger werkdag bezorgen
Laatst in ons team werd er gediscussieerd over goede alternatieven. Dit kwam eruit, en eerlijk gezegd: hierdoor voel ik me eindelijk wat minder opgejaagd.
- Zet meldingen slim uit
In plaats van alles te blokkeren, zet je alleen notificaties van onbelangrijke apps uit. Mijn moeder zegt al jaren “Niet alles hoeft nú!” en daar kan ik het alleen maar mee eens zijn… - Plan ’telefoonmomenten’
Bepaal bijvoorbeeld om het uur even snel berichten te checken, max 2 minuten. Werkt verbazingwekkend goed als je je eraan houdt — hoewel, vorige week betrapte ik mezelf alsnog iedere 40 minuten met WhatsApp open. - Fysieke afstand — maar niet in een andere kamer
Telefoon zichtbaar op het bureau blijkt vaak minder stressvol dan in je jaszak aan de kapstok. Veel collega’s bij ons leggen ‘m omgekeerd naast hun toetsenbord: je ziet geen scherm, maar je weet wel waar hij ligt. Die zekerheid doet iets raars met je hoofd — minder FOMO, minder drang.
Voorbeelden uit de praktijk
Op mijn vorige werkplek draaiden ze zelfs een experiment: telefoon helemaal inleveren bij binnenkomst. Resultaat? De helft van het team voelde zich afgesneden van vrienden en zelfs ongemakkelijk om “te lang geen nieuws” te checken. Eén iemand (Sven van IT, altijd bloedserieus) kwam na de lunch zelfs even vragen of hij naar z’n berichten mocht kijken — bedrijfsnood, volgens hem.
Kortom: een telefoon zomaar verstoppen werkt alleen als je er zelf echt rustiger van wordt. Voor de rest van ons geldt: probeer bovenstaande tips, experimenteer met wat werkt voor jou. Uiteindelijk draait het om balans — zo kun je productief zijn zónder jezelf op te sluiten in een app-loze bubbel. In ons team noemen we dat een beetje oneerbiedig “de telefoonparadox”, hoewel misschien is het gewoon typisch Hollands nuchterheid. In ieder geval… wie weet heb je zelf een gouden tip? Laat het hieronder weten — ben benieuwd hoe jullie hiermee omgaan in Rotterdam of Groningen.