Opgebrand na weer zo’n eindeloze thuiswerkdag? Je bent niet de enige — volgens een recent rapport van CBS voelt meer dan een derde van de Nederlanders zich thuis minder productief dan op kantoor. Toch zijn er simpele trucs die het verschil kunnen maken. Ik stuitte laatst op iets verrassends wat Stanford-professoren aanraden — de “10-minuten regel”. Klinkt alsof het uit zo’n managementboek komt, maar wacht even, er zit echt wat in.

Waarom thuiswerken bij veel mensen spaak loopt

Geloof me, het leek mij eerst ook ideaal: wakker worden, koffie uit je eigen mok, geen vertraging in de trein, gewoon werken waar en wanneer je wilt. Maar, maanden later — het scherm brandde in m’n ogen, mijn rug leek permanent krom, en WhatsApp was plots mijn grootste afleiding. Blijkbaar had de helft van mijn vrienden hetzelfde probleem…

• Concentratie weg na 20 minuten
• Werk en privé dwars door elkaar
• Overal afleiding: vaatwasser, buurman, social media

En dan verwacht je tóch resultaten, terwijl je ondertussen ook even boodschappen moet doen of de kat redt uit de gordijnen. In elk geval — ik kwam erachter dat de meeste van mijn collega’s eigenlijk op zoek zijn naar een simpele gewoonte om hun werkflow te redden.

Wat is die “10-minuten regel” van Stanford precies?

Geen rocket science, hoor. Het idee is simpel — als je vastloopt of uitstelgedrag voelt aankomen, verplicht jezelf om gewoon tien minuten serieus aan de taak te werken. Daarna? Je mag stoppen als je wil.

Gek genoeg werkt dat psychologisch — net dat mini-duwtje over de berg van tegenzin. Na die eerste 10 minuten heb je of stiekem wél inspiratie, of al wat afgemaakt. Stanford onderzoekt dit trouwens al jaren — “de drempel tot beginnen is vaak het grootste obstakel”, zeggen ze.

Hoe pas je het toe? Praktische tips uit onze Slack-chat

– Zet een wekker, old school of Google Timer.
– Kies één mini-taak: mail beantwoorden, eerste alineaatje typen, PowerPoint opstarten.
– Schrijf op een post-it: alleen 10 minuten (dat verlaagt de druk).

• Werk je via Teams? Zet je status tijdelijk op ‘Niet storen’.
• Vraag thuis of je 10 minuten niet gestoord wordt — zelfs als de kat weer aan het gordijn hangt…

Opvallend: in mijn team was de helft van de mensen na 10 minuten zó bezig, dat ze de taak gewoon afmaakten. Maar soms — en dat is oké — stopten we daarna gewoon. Geen schaamte.

Werkt het voor iedereen?

Eerlijk? Ik weet het niet helemaal zeker. Mijn buurvrouw probeert ‘m, zij zegt dat ze alsnog 10 keer per dag opstaat voor een stroopwafel. Maar bij mij — en ik ben écht een uitsteller — werkt het 8 van de 10 keer. Zelfs als de verleiding groot is om verder te scrollen op Instagram.

Het mooiste: je verwacht te weinig van 10 minuten. Maar reken maar, als je die gewoonte elke dag aanzet, dan tikt het op. Misschien krijg je geen Nobelprijs productiviteit, maar je voelt je aan het eind van de dag wel iets minder schuldig.

Handige reminders voor morgen

• Geen magische oplossing, maar simpel uitproberen kan geen kwaad.
• Verwar de 10-minuten regel niet met “gewoon doorbikkelen” — je mag daarna écht stoppen van jezelf.
• Vertel een collega of huisgenoot dat je het probeert, dat motiveert soms al.

In ons bedrijf vroegen mensen laatst wie deze truc kende — blijkbaar is het bijna een hype onder remote starters in Amsterdam en Utrecht.

In het kort — probeer het gewoon eens

Thuiswerken hoeft geen ramp te zijn. Misschien is die 10-minuten regel precies de lage drempel die je nodig hebt. Ik ben benieuwd: werkt het voor jou, of blijf jij net als mijn buurvrouw toch meer lopen naar het koekjeskastje? Laat een reactie achter — wie weet leren we allemaal iets nieuws.