Wist je dat een simpele ijsblokje je soep-ervaring helemaal kan veranderen? Nee, ik had het ook niet geloofd totdat ik het vorige maand per ongeluk probeerde — soep was iets te heet, en in de haast belandde er een ijsblokje in m’n bord. Sindsdien blijf ik mezelf afvragen: is dit gewoon een keukentruc voor luie mensen, of zit er zowaar meer achter? Nou, in deze rare winter vol snot en soep (zoals m’n buurvrouw het noemt), ben ik diep in de soepdampen gedoken en heb voor je uitgezocht: wat doet zo’n ijsblokje nu echt?
Waarom eigenlijk een ijsblokje?
Iedereen kent ’t wel — je hebt een pan dampende erwtensoep op tafel, maar die eerste hap verandert je tong bijna in een lapje. Vooral met kinderen of ongeduldige gasten wil je geen blaren op het menu. In Nederlandse gezinnen hoorde ik het trouwens vaker als geintje: “Gooi er maar een ijsblokje in, dan knoei je minder.” Maar hoe effectief is dit eigenlijk? En heeft het invloed op de smaak?
Voordeel 1: sneller afkoelen zonder smaakverlies
De praktische kant eerst. Een ijsblokje werkt als een directe temperatuur-reset. Er zijn zelfs chefs in Amsterdam die er niet geheimzinnig over doen. Volgens mijn collega die in een eetcafé werkt, gebruiken ze dit vooral bij grote pannen soep: even een ijsklont erin — roeren — en hop, direct op ideaal eetbare temperatuur.
- Het ijsblokje laat de soep gemiddeld in 30-60 seconden afkoelen tot zo’n 65°C, wat veilig voor je mond is
- Anders dan koud water, voegt een ijsblokje minder snel te veel extra vocht toe – je kunt de balans beter controleren
- Handig voor wie niet wil wachten of bang is dat de soep te snel indikt aan tafel
Al moet ik wel zeggen — als je een portie van 50 ml hebt, wordt-ie natuurlijk sneller koud dan een kom van 300 ml. In grote delen van Brabant is dit trouwens een soort standaard bij stevige tomatensoep, hoorde ik via een smoes van mijn schoonmoeder.
Voordeel 2: helderdere bouillon, minder schuim
En nu iets waar je waarschijnlijk niet aan had gedacht. Ijsblokjes worden in sterrenrestaurants soms gebruikt om bouillon te klaren. Door een ijsblokje mee te draaien met een lepel, binden troebele deeltjes zich sneller en zakt het schuim naar de bodem — vooral effectief bij kippenbouillon of runderbouillon. Zelf zette ik ooit per ongeluk de halve soep koud en ontdekte zo een helderder resultaat (hoewel m’n moeder zei dat het “onnodig hip” was).
Zijn er ook nadelen?
Natuurlijk, niks in het leven is perfect — ook die ijsblokjes niet. Gooi je er te veel in, dan verwatert je soep al snel. En als je brouwseltje al aan de flauwe kant was, kun je het na zo’n ijzige ingreep bijna net zo goed weggooien. Een slimme tip uit ons kantoor-chat: gebruik bevroren, sterke bouillon als ijsblokje in plaats van gewoon water. Zo koel je af zonder smaakverlies.
En ja, sommige soepen — zoals dikke erwtensoep of goulash — vinden deze truc helemaal niet leuk. Gewoon, proef het eens uit. misschien werkt het niet overal, maar voor een dunne kippensoep of groentebouillon: top.
Hoe pak je het aan? Mijn mini-stappenplan
- Schep de soep in je kom zoals gewoonlijk.
- Laat 1 (niet meer) ijsblokje in de hete soep glijden.
- Roer voorzichtig. Kijk even of het voldoende is afgekoeld (probeer met een theelepel!)
- Haal het ijsblokje eruit als je bang bent voor teveel water — je kunt een lepel of vork gebruiken.
Eerlijk — het is geen magie. Maar op druilerige zondagen wanneer je het geduld van een peuter hebt, werkt het prima. En tsja — in sommige gezinnen in Utrecht is het bijna een traditie.
Tot slot: proberen waard?
Dus, zet je een pan soep op tafel en iemand mompelt over brandwonden? Vergeet de eeuwenoude blaas-truc en test gewoon een ijsblokje — wie weet werkt het voor jou net zo handig als voor mijn collega’s. misschien heb je zelf trouwens een nog betere tip? Drop ‘m gerust hieronder of bewaar dit artikel, als je de truc wilt delen met je oma tijdens het eerstvolgende soepmoment. In ieder geval… zo heb je weer een keukengeheim ontdekt dat nergens stond.