Je denkt: “Pasta koken — dat is kinderspel, toch?” Maar wist je dat de klassieke manier van pasta koken, zoals onze oma’s dat graag deden, eigenlijk helemaal niet ideaal is? Er zit een verborgen fout in dat traditionele pannetje kokend water. Ik kwam daar zelf pas deze zomer achter, tijdens een etentje bij vrienden in Utrecht. En sindsdien kijk ik anders naar m’n penne.
Oude gewoontes, hardnekkige fouten
Oma’s manier: heel veel water, forse snuf zout, en pasta erin zodra het water echt bubbelend kookt. Misschien ken je het van die zondagmiddagen op bezoek in Brabant — ik heb het zelf ook zo jaren gedaan. Maar moderne chefs én Italiaanse nonna’s lijken het steeds vaker oneens te zijn met die methode. Op een forum (gek genoeg uit Groningen) las ik laatst dat veel Nederlanders stiekem pasta te gaar koken, gewoon omdat ze het zo gewend zijn. Tja, als niemand je het verschil leert, dan blijf je het toch doen?
Oké, maar wat is er dan mis?
- Te veel water maakt de pasta smaakloos en lekt zetmeel weg — precies dat wat je wilt behouden voor een romige saus.
- Te vroeg zout toevoegen? Zout mag pas als het water kookt; anders lost het minder goed op. Vraag maar aan mijn buurvrouw uit Den Haag, die ging testen met verschillende momenten en proefde het direct.
- Pasta niet goed uitlekken — daar ga je. Nederlanders gooien vaak het pastawater zomaar weg, terwijl Italianen dat gouden vocht juist toevoegen aan hun saus.
De moderne (en eigenlijk veel makkelijkere) manier
Wil je dat je pasta écht Italiaans smaakt en niet blijft plakken aan je vergiet? Volg dan deze simpele stappen (ja, het verschilt wat van oma):
- Kook pasta in éénderde minder water dan je gewend bent — het mag best klein pan zijn. Daardoor blijft het zetmeel geconcentreerd.
- Zout pas toevoegen als het water kookt. Ik gebruik zelf altijd grof zeezout, Lidl heeft trouwens verrassend goede zakken daarvan.
- Laat de pasta net iets minder lang koken dan op de verpakking staat, proef na 1-2 minuten of het al ‘al dente’ voelt.
- Bewaar een flinke kop van het pastawater voordat je afgiet — deze tip kreeg ik pas vorige maand van een Italiaanse chef in Rotterdam. Je saus wordt er écht romiger van.
- Gooi de pasta direct uit de pan bij de saus — niet wachten, gewoon hoppa-erin. Roer op laag vuur met een lepel pastawater tot de saus perfect bindt.
Pasta zoals Italianen het zelf eten
Het verschil proefde ik zelf pas echt toen mijn collega van kantoor een bord tagliatelle maakte op deze manier. “Dit is hoe m’n oma uit Sicilië ’t altijd deed,” zei ze. Je merkt direct dat het gerecht voller smaakt, en de saus plakt netjes aan de pasta — niet ernaast op het bord. Misschien lijkt het techniek-nerderig, maar als je eenmaal omschakelt wil je gewoon niet meer terug.
Dingen die ik onderweg leerde
- Pasta koken zonder deksel totdat het water kookt scheelt overkoken (mijn moeder zweert erbij, al vergeet ik het vaak)…
- Voeg olijfolie in het pastawater toe? Volgens een chef uit Maastricht: onzin — het doet weinig, behalve de saus minder goed laten plakken.
- Laat je pasta nooit uitlekken of afspoelen met koud water (ik deed dat als student omdat het “snel afkoelt”).
En toch, wie ben ik om te zeggen dat jouw oma’s pasta niet mag?
Misschien werkt de klassieke manier voor jou gewoon — of hangt er een fijne jeugdherinnering aan vast. maar probeer het eens anders, gewoon één keer. Wie weet verras je jezelf of je tafelgenoten, of bespreken ze het straks in hun eigen WhatsApp-groep…
In ieder geval hoor ik graag jouw tips en favo recepten, want ik merk dat iedereen in Nederland weer iets anders doet. Laat hieronder een reactie achter — welke pastahoofdzonde maakten jullie vroeger?